Samen bouwen aan Zelfvertrouwen.
Op onze school werken we met de Fides-methodiek. ‘Fides’ betekent ‘vertrouwen’. Vertrouwen als kind, als jongere of als volwassene in jezelf. Waarom Fides? Het aanleren van Sociale Vaardigheden en werken aan Sociaal-Emotionele ontwikkeling van kinderen is iets wat je niet precies in een methode kunt vangen én ook niet een vaste plek kunt geven in het lesrooster. Sociale Vaardigheden/Sociaal Emotionele Ontwikkeling is iets wat alle dagen én ieder moment een rol speelt. Fides is dan ook niet een methode maar een werkwijze die op elk moment van de dag ingezet kan worden. We spreken met z’n allen dezelfde (Fides-)taal: leerlingen, leerkrachten én ouders.
Bovenstaande is voor ons de reden geweest om te kiezen voor Fides. ‘Fides’ betekent ‘vertrouwen’. Vertrouwen als kind, als jongere of als volwassene in jezelf. De Fides-werkwijze wil via praktische en zichtbare symbolen inzicht geven in jezelf en je omgeving. Het gaat erom dat je via sociale vaardigheden leert jezelf (bij) te sturen. De werkwijze is ontwikkeld door Henk en Ingrid de Visser.
Basisschool De Hasselbraam en Fides
Het team heeft in verschillende teamcursus geleerd over en gewerkt met Fides, onder leiding van Henk de Visser. Het team werd zo vertrouwd gemaakt met de werkwijze en symbolen van Fides.
Onze school ontving in het jaar 2013 het Fides-certificaat. Om de twee jaar wordt gecontroleerd of de school zich nog steeds houdt aan de gemaakte afspraken. Om er voor te zorgen dat Fides actueel blijft op de school zijn er een aantal afspraken gemaakt:
- Bij de intakegesprekken met de ouders van nieuwe leerlingen zal er informatie rond Fides verstrekt worden (korte uitleg + verklaring symbolen).
- Bij de informatieavonden, aan het begin van ieder schooljaar wordt Fides ter sprake gebracht.
- In de onderbouw komen alle symbolen ‘voorbij’. In de middenbouw komt alles echt aan bod en in de bovenbouw wordt er vooral , middels de symbolen, gewerkt aan inzicht en bewustwording. We laten dit aansluiten bij de leeftijd en niveau van de kinderen.
- De symbolen zijn aanwezig en zichtbaar in iedere klas en in de school hebben de symbolen een goed zichtbare plek.
- Fides wordt elk jaar geëvalueerd (aan het eind van het schooljaar).
- De werkgroep bewaakt de borging van Fides.
- De directie heeft een exemplaar van het zgn. ouderboekje. Dit boekje kan door ouders worden geleend om meer te weten te komen over Fides en om er ook thuis mee aan de slag te gaan.
Fides symbolen
Ballon. De ballon zetten we in om kinderen te leren wat zelfvertrouwen is en het belang van een goede houding en uitstraling. Terminologie die wordt gehanteerd is: Eén ballon = je voelt je oké. Je durft je zelfvertrouwen te laten zien. Nul ballonnen = te weinig lucht, onzekerheid. Tien ballon = te veel lucht, je laat stoer of opvallend gedrag zien. Ook onzekerheid dus, net als 0 ballonnen.
Domino. De domino beeldt meeloopgedrag uit en geeft daarmee inzicht in groepsprocessen. Met voldoende moed en zelfvertrouwen lukt het steeds beter om je niet mee te laten voeren maar om uit de rij te stappen. De dominostenen maken heel inzichtelijk dat het bepalen van jouw positie, bijv. bij vervelend gedrag in een groepje, het verschil kan maken
Sleutelbos. We zouden een probleem kunnen zien als een gesloten deur. Om de deur te openen heb je een passende sleutel nodig. Als je een bos vol sleutels hebt en je weet niet welke de goede is, dan zit er niets anders op dan te proberen, net zo lang tot je de goede hebt. Je begint met de ‘grote sleutel’, ik geloof in mezelf! Daarna probeer je de andere sleutels.
100%. In de natuur is er niets voor niets. Ik ook niet, want ik ben deel van die natuur…dus ben ik goed zoals ik ben… gewoon… omdat ik er ben!
Oke-ojee gedachte. Ons gedrag wordt erg bepaald door wat we denken. Maar wat denken we en waaróm denken we zo? Denken we wel gezond? Met de ‘ojee’ en ‘oké’ gedachte proberen we duidelijk te maken hoe je een positievere omgang kunt verkrijgen met jezelf en de ander. Ook hanteerbaar bij zaken waar je tegen opziet. Wat is nodig om het van Ojee naar Oké te krijgen?
Rugzak. De rugzak zet je in om kinderen duidelijk te maken dat je eigen gedrag en dat van anderen ergens vandaan komt. Je leert ermee naar jezelf te kijken en naar de ander. Anders gezegd: je leert wat je bij jezelf kunt zoeken, wat jouw aandeel is, en wat je bij de ander kunt laten, waar jij geen direct aandeel in hebt. Je leert je rugzak leeg te maken!
Matroesjka. Van pijnlijke momenten en moeilijke situaties kunnen we veel leren. Maar is het nodig om me alles aan te trekken wat me overkomt? Wij denken van niet. Welke dingen moeten me diep van binnen raken, wil ik er iets mee doen, wil ik er iets van leren? Welke dingen moeten me juist niet diep van binnen raken wil ik er iets mee kunnen?